Berekenen.nl
Geplaatst op 15 november

Belastingplannen 2018

Het nieuwe kabinet sloot onlangs een regeerakkoord, waardoor we inmiddels weten hoe de belastingplannen voor 2018 eruit zullen zien. Er veranderen een aantal zaken met betrekking tot het inkomen, de woning, box 3, voor ouderen en op het gebied van de erf- en schenkbelasting. Wij zetten de wijzigingen op een rij, zodat je online actuele berekeningen kunt maken.

Belasting op het inkomen in 2018

Het inkomen, dat wordt vanaf 2018 weer net iets anders belast. Vanaf 1 januari blijft voor de eerste schijf (tot €20.142) het tarief van 36,55 procent bestaan (AOW-ers betalen 18,65 procent). Het tarief in de tweede en de derde schijf gaat omhoog met 0,05 procentpunt, waardoor dit uitkomt op 40,85 procent (AOW-ers betalen in de tweede schijf 22,95 procent). Het hoogste tarief gaat juist iets omlaag, naar 51,95 procent. Bovendien wordt de derde schijf verlengd, naar €68.507. Vooral de hoogste inkomens profiteren hiervan.  Op termijn worden de eerste drie schijven samengevoegd. Je betaalt dan 36,93 procent belasting over de eerste €68.000. Daar boven geldt een tarief van 49,5 procent. Die verandering zal niet voor 2019 ingaan.

In de belastingplannen voor 2018 komen we bovendien de algemene heffingskorting tegen. Die gaat omhoog naar €2.265 en bedraagt voor AOW-ers maximaal €1.157. Deze heffingskorting wordt afgebouwd vanaf een inkomen van €20.000 per jaar en is bij circa €68.500 per jaar volledig verdwenen. Vanaf 2024 zal de algemene heffingskorting voor de minst verdienende partner helemaal niet meer beschikbaar zijn. Tot die tijd wordt deze korting afgebouwd en bedraagt die in 2018 nog 33,33 procent voor de minst verdienende partner, mits hij of zij na 1962 geboren is.

De arbeidskorting in 2018 valt met maximaal €3.249 iets hoger uit. Er geldt afbouw vanaf een inkomen van €32.700 per jaar, waarbij er met een inkomen van €123.000 per jaar geen korting meer over is. AOW-ers kunnen rekenen op maximaal €1.658. Verder vervalt de werkbonus voor oudere werknemers, als onderdeel van het belastingplan uit 2014. De aftrek voor scholierenuitgaven vervalt juist nog niet. Het nieuwe kabinet zal hier op termijn een voorstel voor doen. Tenslotte wordt de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding verhoogd naar €1.700, waardoor het vanaf 2019 aantrekkelijker moet worden om als vrijwilliger aan de slag te gaan.

Wijzigingen voor de woning

Ook met betrekking tot de woning wijzigen er een aantal belastingen vanaf 2018. In de belastingplannen vanaf 1 januari zitten met name wijzigingen voor inkomens in de hoogste schijf. Sinds 2014 wordt de maximale hypotheekrenteaftrek voor die groep aangepast. Vanaf 2018 geldt er een maximale aftrek van 49,5 procent. Bovendien wordt de verlaging versneld doorgevoerd. De komende jaren gaat er steeds 3 procentpunt per jaar af, om sneller uit te komen op 36,93 procent. Ter compensatie wordt het eigenwoningforfait voor woningen met een waarde van €75.000 - €1.060.000 verlaagd naar 0,6 procent per jaar.

Veel was er te doen over de ‘aflosboete’ die het kabinet invoert. Eigenaren van woningen die de hypotheek hebben afgelost verliezen hun vrijstelling van het eigenwoningforfait. Zij dienen vanaf 2019 weer forfait te gaan betalen, nadat dat in 2015 op basis van de Wet Hillen voor hen werd afgeschaft. De afschaffing zou over 20 jaar worden uitgesmeerd, maar dat zijn er inmiddels 30 geworden. Het lijkt er wel op dat de afbouw al in 2018 start.
Tenslotte zijn de rente en kosten voor nieuwe restschulden vanaf 2018 niet meer aftrekbaar. De regeling blijft wel gelden voor restschulden die voor 1 januari van dat jaar zijn ontstaan. Het is dan gedurende 15 jaar mogelijk om de rente en kosten af te trekken. Dit was een maatregel tijdens de crisis, die moest voorkomen dat huiseigenaren te diep in de problemen zouden komen.

Aanpassingen box 3

Verder komen we in de belastingplannen voor 2018 een aantal wijzigingen tegen in box 3. Het gaat dan om de vermogensrendementsheffing, die er anders uit gaat zien. Sinds 2017 gaat de Belastingdienst uit van een fictief rendement op basis van de rentestand gedurende de afgelopen 5 jaren en het langetermijnrendement op beleggingen. In 2018 bedraagt dat rendement 2,6464 procent per jaar, voor bedragen tot €75.000. Voor bedragen tot €975.000 geldt een rendement van 4,5232 procent. Voor bedragen daar boven geldt een fictief rendement van 5,38 procent per jaar.

In het regeerakkoord spreekt men bovendien over het verhogen van de vermogensvrijstelling naar €30.000 vanaf 2018. Het is echter nog niet duidelijk of die maatregel al meteen vanaf 1 januari in zal gaan. Het valt nog even af te wachten hoe de plannen er op dit gebied precies uit gaan zien.

Maatregelen voor ouderen

Voor ouderen gaan er een paar zaken wijzigen door de belastingplannen voor 2018. Het hoge bedrag van de ouderenkorting stijgt bijvoorbeeld met €126 naar €1.418. Ouderen met een verzamelinkomen hoger dan €36.000 per jaar ontvangen de lage ouderenkorting, die in 2018 nog €72 zal bedragen.

De sterke daling van de ouderenkorting boven het verzamelinkomen van €36.000 wordt de komende jaren gerepareerd. Vanaf 2019 zal er jaarlijks sprake zijn van een geleidelijke afbouw van 15% per jaar. Op die manier moet het mogelijk worden om de ouderenkorting geleidelijk af te bouwen en een plotselinge omslag bij een geringer hoger inkomen te voorkomen.

AOW-ers die alleenstaand zijn krijgen de alleenstaande ouderenkorting. Vanaf 2018 wordt die verlaagd naar €423, waardoor die groep er in de nieuwe belastingplannen iets op achteruit gaat.

Erf- en schenkbelasting in 2018

Tenslotte worden er aanpassingen gedaan in de erf- en schenkbelasting. Dit is bedoeld om taxplanning zoveel mogelijk tegen te kunnen gaan. Vanaf 2018 wordt duidelijker in de wet vastgelegd wanneer er sprake is van erfbelasting bij het aangaan van een huwelijk, het wijzigen van huwelijkse voorwaarden of het wijzigen van een samenlevingscontract. Er is dan sprake van een schenking als het aandeel van de minst vermogende partner groter dan 50 procent wordt of als het aandeel van de meestvermogende partner in het totale vermogen toeneemt. Ook met betrekking tot de erfbelasting gaat er een vergelijkbare regeling gelden, waardoor het kabinet de erf- en schenkbelasting vanaf 2018 denkt te kunnen aanpakken.