Hoe bereken je een oppervlakte?
Als je nieuw behang wilt plaatsen, een nieuwe vloer wilt leggen, je woning wilt verhuren of verkopen, dan moet je de oppervlakte van je woning weten. Vroeger heb je op school geleerd hoe je de oppervlakte moet berekenen, maar hoe zit dat nu ook alweer?
Om de oppervlakte van een kamer te bepalen, deel je de ruimte op in delen in wat makkelijk is voor jou. Vreemde vormen kunnen berekeningen moeilijker maken. In dit geval is het logisch om de ruimte in afzonderlijke vierkanten en rechthoeken te verdelen. Meet vervolgens elk onderdeel apart en tel alle afzonderlijke onderdelen bij elkaar op.
Trek hiervoor eerst lijnen door de ruimte en scheid de verschillende delen. Geef ze dan denkbeeldig een letter zoals A, B en C. Meet vervolgens de lengte en breedte van de verschillende delen. Je kunt hiervoor een meetlint of een lange liniaal gebruiken. Een afstandsmeter of duimstok is ook handig.
Om de oppervlakte van een kamer te berekenen, vermenigvuldig je de lengte met de breedte. Daardoor krijg je een bepaald aantal vierkante meters. Dit is de standaardmethode voor het berekenen van rechthoeken. Een kamer is bijvoorbeeld 30 bij 15 meter. Vermenigvuldig dat, en je krijgt 450 vierkante meter.
Meet de rest en vermenigvuldig de lengte met de breedte. Schrijf de lengte- en breedtematen op en op hoeveel vierkante meter je uitkomt. Tel de resultaten bij elkaar op om de oppervlakte van de hele kamer te krijgen.
Deel A was bijvoorbeeld 180 vierkante meter, deel B was 200 vierkante meter en deel C was 700 vierkante meter. Je hebt dan in totaal 1080 vierkante meter.